Deel 1: Ketels en vellen
Doordat iedere drummer voor elke stijl, en soms zelfs voor ieder nummer, een andere sound in gedachte heeft, kan men moeilijk spreken over dé perfecte klank voor een drumstel. Vaak zoekt men naar de klank van een bepaald nummer op een bepaalde CD, een klank die bovendien met de beste opname- en effectapparatuur werd bekomen.
Door een eindeloos aanbod van velsoorten en hulpmiddelen trachten de fabrikanten van drumvellen tegemoet te komen aan deze zoektocht naar de ‘perfecte’ klank. Toch ligt de basis van die klank bij een correcte afstelling van het drumstel, op voorwaarde dat de ketels degelijk afgewerkt zijn.
Ketels
In de eerste plaats moet de ketel mooi rond zijn, met een draagrand die perfect vlak is, en gelijkmatig in een hoek of rond gefreesd, zodat het vel een maximaal contact heeft met de ketel. Is dit niet het geval dan ziet men steeds op dezelfde plaats, en zelfs bij redelijk hoge spanning, een golving in het vel. Tegenwoordig ziet men dat ook bij de goedkoopste drumstellen met deze kwaliteitseisen rekening wordt gehouden.

Daarnaast is ook de bouwwijze van de ketel belangrijk: bij een gewone, in lagen verlijmde, ketel kan men de toonhoogte min of meer zelf bepalen zonder al te veel klankverlies, dus de ketel klinkt optimaal zowel bij middellage als bij middelhoge spanning. Is de ketel echter voorzien van verstevigingsringen, dan wordt het stembereik veel beperkter en klinkt de ketel pas optimaal als het vel zo dicht mogelijk bij de grondtoon gestemd wordt. Bij massieve ketels of bij ketels gebouwd volgens het duigenprincipe (zoals een wijnvat) heeft men een zeer breed stembereik, en dus zowel bij zeer lage als bij hoge spanning een optimale klank.
Ook de diepte van de ketels heeft een grote invloed op de klank: diepere ketels klinken lager in toonhoogte, maar het is vooral de verhouding tussen diameter en diepte van de ketel die voor het grootste verschil zorgt. Bij ondiepe toms (soms ook jazzmaten genoemd, bvb. 12” x 8”) hoeft men niet zo nauwkeurig te stemmen, soms wordt zelfs één spanbout iets losser gedraaid om de aanslag iets beter te laten uitkomen. Bij ‘vierkante’ maten (extra-power, bvb. 12”x 12”) is het zeer belangrijk om echt nauwkeurig te stemmen, dit om te vermijden dat het geheel een beetje doods gaat klinken.
Vellen
Dan is er nog de keuze van het vel: hierbij moeten we toch eerst de eigenschappen van de verschillende modellen overlopen om een beetje overzicht te krijgen in het overaanbod van de verschillende fabrikanten. Als basisvoorbeelden gebruik ik vooral de Remo-vellen, omdat deze bijna allemaal door de meeste drummers gekend zijn, omdat Remo ook overduidelijk marktleider is en omdat andere velfabrikanten vaak de Remo-modellen als referentie opgeven.
- De dikte:
- hoe dunner een vel is, hoe sneller het aanspreekt en hoe helderder het klinkt met een langere sustain, maar het is ook meer kwetsbaar en gevoelig voor deuken.
- Hoe dikker het vel, hoe warmer het klinkt, het geeft minder boventonen en een kortere sustain, maar is wel beter bestand tegen luid spelen, bvb Remo Diplomat (thin), Ambassador (medium), Ambassador X (heavy) en Ambassador X14 (extra-heavy).
- De afwerkingslaag:
- een clear (doorzichtig) vel geeft meestal een heldere aanslag, soms zelfs een plasticachtige tik, met een heldere en langere sustain, maar afhankelijk van de dikte (zie hierboven) zijn ze ook gevoeliger voor deuken. Een nadeel is dat ze glad zijn en dus niet met brushes bespeeld kunnen worden.
- Een coated (of witgespoten) vel klinkt iets warmer en droger, maar is beter bestand tegen deuken, en de grove structuur is ideaal voor brushes. Bij namaaknatuurvellen, zoals bv Remo Fiberskyn 3 (nu vervangen door de Skyntone met een dunnere afwerkingslaag), wordt een soort papiervezel opgelijmd, waardoor de sustain pas beter wordt bij hogere velspanning en deze ook bij luid spelen beter behouden blijft. Deuken doet het vel niet, maar wanneer men luid speelt laat de papiervezellaag na een tijdje los, waardoor er blazen ontstaan die heel vervelend zijn omdat de haren van de brushes erin vastraken.
- Dan zijn er nog de buitenbeentjes
- de Remo Suede: een doorzichtig vel dat door schuren ruw gemaakt is, dus goed voor brushwerk maar bij hard spelen even deukgevoelig als de doorzichtige vellen.
- Remo Renaissance is een Suede met een zeer dunne (geelbruine) coating, waardoor de deukgevoeligheid een beetje beter is maar toch niet zo goed als bij een coated vel. Wat de klank betreft combineert dit vel de helderheid van een clear vel met de warmte van een coated exemplaar.
- Het aantal lagen:
- een enkellaags vel (vb. Remo Ambassador of Evans G1) klinkt helderder, met een langere sustain, maar heeft daardoor soms vervelende boventonen. Bij heel luid spelen verliest het zijn klank en is enkel nog een ‘plok’ hoorbaar.
- Dubbellaagsvellen (vb. Remo Emperor of Evans G2) zijn meer deukbestendig, behouden beter hun klank bij luid spelen, maar klinken dan weer iets korter en hebben minder boventonen.
- De buitenbeentjes:
- De Remo Pinstripe is een dubbellaags vel waarvan de buitenste randen op elkaar gelijmd zijn waardoor de sustain en de aanslag verbetert, maar al bij al heel donker klinkt. Het voordeel is dat Pinstripes zelden scheuren, het nadeel dat ze vrij snel hun klank verliezen zonder dat dit onmiddellijk merkbaar is. Evans EC2 bekomt een gelijkaardige sound door een dubbele, metalen ring tussen de lagen te persen: deze vellen zijn zowel in clear als coated te krijgen. Evans EC1 is de enkellaags variant van de EC2, ook te krijgen in clear en coated, en klinkt iets ‘opener’ dan de EC2. Deze EC-vellen geven in het begin een ‘badkamer’-geluid, dus eerst stevig los spelen en dan pas klinken ze optimaal.
- De Remo Powerstroke 3 (enkellaags), 4 (dubbellaags) of de Evans ST en Evans EQ 1 tot 4 hebben een soort dempring waardoor de sustain gevoelig korter wordt, maar ook de boventonen verminderen (equalised) waardoor ze klinken zoals bij een opname of CD. Het voor- of nadeel is dat de kwaliteit van de ketel veel minder belang heeft omdat het contact tussen vel en draagrand voor een deel teniet gedaan wordt door de dempring.
- Aquarian heeft daarvoor de Studio-X ontworpen: een viltring wordt onderaan het vel gekleefd en dempt de klank. Het voordeel hiervan is dat het vel een optimaal contact heeft met de ketel, maar voor toms en snaredrum is deze demping naar mijn gevoel iets te drastisch.
- Evans Hydraulic is een dubbellaags vel waartussen echte olie zit, waardoor er heel weinig contact is tussen vel en ketel. Daardoor krijgt het ondervel weinig kans om mee te klinken, zodat het vel zijn eigen, typische klank heeft. Deze vellen geven niet echt veel volume en ook weinig projectie, waardoor ze enkel bruikbaar zijn bij opnames (cfr. ‘80s geluid, Steve Gadd).
- De opties:
- bij Evans kan men bijna elk model ook in Dry-versie verkrijgen; op ca. 1cm van de rand zijn er kleine gaatjes (dry-vents) aangebracht die het vel een ‘drogere’ klank geven, waardoor de sustain, evenals de boventonen, vermindert. Daardoor kan men zelfs bij minder nauwkeurig stemmen toch een mooie klank bekomen (ook opletten met brushes, waarvan de haren in de gaatjes kunnen blijven haperen). Belangrijk bij deze vellen is dat de gaatjes zo veel mogelijk moeten overeenkomen met de plaatsing van de spanbouten.
Over Jean-Philippe Komac
Jean-Philippe werkt sedert 1981 als beroepsmuzikant en heeft intussen bijna elke stijl gespeeld en een hele reeks artiesten begeleid. Zo speelde hij o.a. klassiek in het Orkest van de Muntschouwburg en het VRO, jazz met Dee Daniels, Deborah Brown, Chris Joris, Frank Vaganee, Michel Legrand en Jimmy Molière (New Orleans, USA). Bigbandmuziek speelde hij met de Boom big band, Concord Jazz Ensemble (Kortrijk), PDM-bigband (Oudenaarde) en Los Bandidos del Viage. Pop speelde Jean-Philippe met Vaya Con Dios, Yannick Bovy, Tom Van Landuyt, Mozaiek, Sunny Side Up, en Coco Jr. Wat Vlaams chanson betreft werkt Jean-Philip samen met Johan Verminnen, Connie Neefs, Nicole en Hugo, Will Tura en Bart Vanden Bossche. Filmmuziek voor De Potloodmoorden en Groenten uit Balen, muziek voor de tv-series Bex & Blanche, Wittekerke, 2 straten verder, Van vlees en bloed, muziek voor de luisterspelen De Keizer en de nachtegaal, Wilde Zwanen, De Zevenmijlslaarzen, en de meest diverse reclamespots voor Hebbes.be, Shoe Discount, Humo, Flair, O’Cool, enz. Tegenwoordig speelt hij opnieuw bij Johan Verminnen en toert hij rond met de bands Mercury Rising en Made In Purple. Daarnaast doceerde hij ook het vak ‘Ritme’ aan de Studio Herman Teirlinck, en nu geeft hij drumlessen in de jazz/pop-afdeling van de Kunsthumaniora Brussel en de Orfeus academie van Alsemberg.